Gedichten


Op deze pagina vindt u wat poëzie van de hand van het venijnig gebroed. We proberen op regelmatige tijdstippen teksten toe te voegen.

dsc04658

(albrecht b doemlicht)

Zoals deze dag, met deze zon, is uitgestapt, uit het duister dat daar was,
Zo zijn wij vooruit getrokken, langs de loop,
Tot waar het water liep, tot waar het niet meer liep,
Tot waar het was en waar het niet meer was
Tot waar het schonk en werd geschonken
Tot het land.

Zoals dit land, met deze grond, getreden werd, door voeten ooit geweest
Zo zijn wij steeds vooruit gestapt, met melk en mosterd,
Tot waar de groeven zijn, en zijn gegraven,
Tot waar het werd getrokken en het trok
Tot de vlakte en de glooiing die daar is
Tot het graf.

Zoals dit graf, met deze steen, is toegedekt, tot het zwijgen dat er hoort
Zo zijn wij er op vooruit gegaan, in stilte,
Tot waar de wind, die werd geblazen, blies,
Tot storm en luister, welk en weer,
Tot waar het zwijgen heerst en werd beheerst
Tot het wit.

Zoals dit wit dat als een vlek in leegte ligt, met het schrijven is omschreven
Zo zijn wij vooruit bepaald, een spiegeling
Tot van het zilvervlak het zilver valt,
Tot krak en barst en bladering,
Tot ding met kraak- en barsten in

Hero en Leander (Frederik Lucien De Laere)

Het lijkt onmetelijk
het lijkt onmogelijk
het water doorhouwen in crawl
een donkere massa
doorkomen met klasse
tot bij de fakkel
het waauwgevoel
bij het licht
de lichte zeden
het eden
tot plots het vuur dooft
en hij dobbert
stuurloos en total loss
aanziet een muur van water
aanvaardt de diepte
de dip
definitief
de liefde verstoord
zijn lief mee in zee
gestort.

 

Dafne (Frederik Lucien De Laere)

Met lood doorboord
op het slappe koord van de liefde zittend
een getwitter zonder weerga
over het geflirt van Apollo
hij die de gouden punt incasseerde
een staaltje Eros, een vuur als last,
een bezwerende begeerte
die hem inpalmt
en hem als een impala gevangen zet
hongerig de longen uit het lijf lopend
en de prooi aantikt maar niet inslikt
verrast door de aanblik
van wegsmeltende armen
naar vertakkingen
de overwinning louter met laurier bezegeld.

 

Circe (Frederik Lucien De Laere)

De rook is een raadsel.
Zo goed en zo kwaad het kan
duizelen de mannen in het dal
op zoek naar een antwoord.
Rond het huis
door een soort leeuwen benaderd,
vleierig, aanlokkelijk, zonder moorddrang.
Circe spreekt, met haar tong neemt zij hen
in de tang en laat hen zwijnen zijn,
hun eigenlijke ik met stijgende vraatzucht.
Wie haar ontwijkt wint haar hart,
zo Odysseus
die met Hermes’ hulp
de klucht met een wonderplant bestreed
en een eind aan het leed
van zijn mannen smeedde,
een club vol jubel en tranen.

Je eerste dood vergeet je niet (Denis S.M. Vercruysse)

Er zat een glasvochttroebele bries
in de zwaartekracht waar
dwarrelde zwarte sneeuw
als de pixels in een portret.

Ik hield bevreesd
mijn atomen bij.
Ik zette me neer
op een teer bankje

maar bij klokslag één
de tijd zelf al
aan het smelten
baadde ik in ’t zweet.

Ik hoorde een stad
die luid en lang de mond open deed
een klepel sloeg in de keel ervan
het rinkelende aura van mijn golgotha

mijn sarcofaag
iets vertakte in het hoofd
in beenderen viel ik uiteen

een kleurrijke berg van kootjes
een zwaar maar ademend hoopje
je eerste dood vergeet je niet.

het rijk van de wolf (Frederik Lucien De Laere)

omgord de riem, het wolvenvel, de band
klaar voor de metamorfose, de fase van de nacht
waarin een duivelse macht een corpus bezet
waarin het joelen een aanvang neemt
een vreemd wezen binnenstapt met
bloedlust, schuimbekkend in de stad
waar de razernij op straat gemeengoed
wordt en thriller de soundtrack en
wolfsangel het getatoeëerde teken
op de arm der wet, waar een wehrmacht
als wonderwapen wordt ingezet, vaccinatie
tegen een nog grotere, duistere macht
een romulus & remus nageslacht, magiërs
koloniserend de aarde bij volle maan
mengend mens en beest tot halfwezen
versplinterend de genen, generaties opbouw,
de natuur omroerend tot een potpourri,
een biologische smurrie murw van de mix
verzwolgen in de styx die krachtig richting
onderwereld voert

de vogelman getekend in een grot
is de voorvader
de voorspeller van dit spel zonder grenzen
een nieuwe mens sana in corporo sano
een groot brein (god) broedt en waaiert uit
in nieuwe gedachten en gedaanten
de hersenen vormend en voedend naar de habitat
van krokodil tot kat, een intelligentie infiltreert
tot in de fijnste mazen van de fauna,
een nieuwe technologie en een nieuwe theologie
voor de theriantropen

te counteren
met één enkele zilveren kogel


1 Responses to “Gedichten”

  1. 1 online

    moet controleren:)


Plaats een reactie